Artikel De Kanttekening- Dekoloniseer je boekenkast!

Is de Nederlandse literaire canon te wit? Die vraag staat centraal in Dit is de canon, een boek gericht op het ‘dekoloniseren’ van je boekenkast. Schrijfster Shantie Singh introduceert dit oorspronkelijk Engelstalige boek in ons land. Ze vertelt aan de Kanttekening waarom het een onmisbare verrijking is om schrijvers van kleur aan je collectie toe te voegen.

Uitgeverij Orlando vindt dat This is the Canon van Joan Anim-Addo, Deirdre Osborne en Kadija Sesay ook een Nederlands publiek verdient. De drie schrijfsters stellen hierin een ‘gedekoloniseerde’ leeslijst samen, van auteurs uit Afrika en Azië, maar ook van auteurs van kleur uit het Westen. Voor de Nederlandse vertaling schreef Shantie Singh (1982), een Nederlandse schrijfster met Surinaams-Hindostaanse wortels, een voorwoord.

Je bent al een hele tijd schrijver. Waarin onderscheidt jouw literaire oeuvre zich van dat van witte auteurs?

‘De literatuur is een spiegel van onze samenleving, verweven met de tijdgeest. Mannen, vrouwen, en alles daartussen in, van kleur, wit, we hebben allemaal een andere positie in de samenleving. We hebben allemaal boeiende verhalen, perspectieven en personages. Allemaal waardevol en literair. Maar het kan door de verhoudingen in onze samenleving gebeuren dat slechts een deel hiervan onder onze aandacht komt in de media, in de canon, in leeslijsten, enzovoort. Zoals bijvoorbeeld boeken van auteurs van Surinaamse afkomst, die in de boekwinkel vaak automatisch op een separaat plankje ‘Suriname’ terechtkwamen, in plaats van op de plank ‘literatuur’.’

In de literatuur gaat het toch ook om de kracht van de verbeelding. Jij kan een roman schrijven met een witte man als hoofdpersoon, en A.F.Th. van der Heijden kan schrijven over een Hindostaanse vrouw.

‘Mannen en vrouwen kunnen ook over dezelfde onderwerpen schrijven, maar wat dan opvalt is de wisselende waardering van hun werk door de critici en lezers. Als vrouwen schrijven over het gezinsleven of over het moederschap, wordt het soms weggezet als een typisch vrouwenboek. Als een man over die onderwerpen schrijft, wordt het gewaardeerd als persoonlijk en gedurfd.’

Welke rol speelt jouw Hindostaanse achtergrond in je literaire oeuvre? En welke rol je vrouw-zijn?

‘Ik word gedreven door het zichtbaar maken van verborgen verhalen. Die vind ik het meest fascinerend. Om te proberen daar literatuur van te maken.’

Aan wat voor verborgen verhalen moet ik dan denken?  

‘De Hindostaanse migratiegeschiedenis en identiteit zijn nog steeds best onzichtbaar in Nederland. Dat waren ze al helemaal toen ik jonger was. Daardoor werd het ontrafelen ervan voor mij haast een obsessie. Ik vond het onterecht dat deze geschiedenis zo onzichtbaar was. Hoe meer ik me erin verdiepte, hoe meer het me ook verbaasde dat deze gelaagde, boeiende en ook pijnlijke geschiedenis bij velen zo onbekend is. Mijn debuutroman Vervoering – een kroniek over vier generaties van een Hindostaanse familie die binnen honderd jaar verspreid wordt over drie continenten, is eigenlijk het boek dat ik had willen lezen toen ik zelf een puber was.

Hetzelfde geldt voor veel verhalen van meisjes en vrouwen wereldwijd. Die zijn vaak nog onzichtbaarheid, niet gehoord, niet gezien. Ja, dan wil ik die opschrijven, er literaire taal van maken, omdat we die verhalen verdienen.’

Je bent natuurlijk meer dan je achtergrond alleen: wat maakt jouw boeken typisch Shantie Singh? Of wat vinden anderen uniek aan jouw boeken?

‘Uiteindelijk is iedere schrijver natuurlijk uniek, met een unieke eigen stem. Wat maakt mijn boeken typisch Shantie Singh? Mijn keuze voor verhalen en onderwerpen, mijn invalshoeken en manier van kijken en de personages. Maar ik hoor ook wel eens dat mijn manier van schrijven, stijl en het ritme van de tekst en woorden, typisch Shantie is. Heel mooi natuurlijk, maar wat dat precies inhoudt, dat laat ik graag verder over aan de lezers, haha.’

(beeld: Geisje van der Linden)

 

Welke niet-witte schrijvers inspireren jou? En waarom juist die schrijvers?

‘In de bundel Dit is de canon staan veel niet-witte auteurs die ik heel inspirerend vind. Van Toni Morrison en Chinua Achebe tot de Caribische schrijver Earl Lovelace of de Aboriginal schrijver Alexis Wright; van Eileen Chang, Chimanda Ngozi Adichie en Buchi Emecheta tot G.V. Desani. Naast deze internationale tips heb ik de eer om in dit voorwoord een aantal leestips op te nemen uit het Nederlands taalgebied. Een paar namen uit mijn leestips: Anton de Kom, Bea Vianen, Ellen Ombre, Marion Bloem, Anil Ramdas, Frank Martinus Arion.’

Heb je ook witte auteurs die je graag leest?

‘Ik heb veel favoriete auteurs, wit of niet wit, die ik bewonder omdat ze met hun werk echt mensen anders hebben laten kijken naar de werkelijkheid – zodanig dat lezers de werkelijkheid daarna ook anders bekeken. Dat is natuurlijk de ultieme kracht van verbeelding.’

‘Het gaat niet om het wegpoetsen van namen uit de huidige canon’

Betekent ‘dekolonisatie van de boekenkast’ ook dat je boeken van witte schrijvers weg moet doen?

‘Nee. Het betekent volgens mij niet dat je witte boeken weg moet doen. Dekoloniseren is ook je bewust worden van je eigen blinde vlekken de vele stemmen in de literatuur die je door allerlei machtsprocessen niet of veel minder onder ogen krijgt. Daardoor kan je boekenkast eenzijdiger zijn dan je dacht.

De titel van dit boek is Dit is de canon. Het woord ‘canon’ roept ook veel op, merk ik. Het suggereert iets wat absoluut en vaststaand is, waar niemand omheen kan. Alsof literatuur past echt meetelt en gewicht heeft als het in ‘de canon’ staat. Joan Anim-Addo, Deirdre Osborne en Kadija Sesay, de auteurs van het boek, zeggen daarover iets heel belangrijks: ‘Hoewel onze titel Dit is de canon luidt, moge het duidelijk zijn dat het ‘een’ canon is, die wat er eerder was niet vervangt en er evenmin iets aan toevoegt, maar die een van de vele mogelijke selecties vormt.’’

Wat vind je van hun standpunt?

‘Een treffend statement dat wat mij betreft veel meer recht doet aan hoe een canon gehanteerd kan worden: als een zorgvuldig samengestelde fluïde lijst van titels die ertoe doen. Het gaat niet om het wegpoetsen van namen uit de huidige canon. Het gaat om het aanvullen, omdat het werk van veel belangrijke auteurs anders niet tot ons komt. Hun werk wordt niet altijd bewaard, gekoesterd en doorgegeven. We willen niet dat kostbare verhalen met waardevolle perspectieven ‘vergeten’ raken. Een canon is ook wat mij betreft altijd in beweging, kan nooit vaststaand zijn. Juist het gesprek erover zorgt ervoor dat we de essentie en kracht van literatuur, samen bewaken.’

Wat is de essentie van literatuur?

‘Dat is een moeilijke vraag, maar ik zal een poging doen om die te beantwoorden. De essentie van literatuur, dat zijn verhalen die de kracht hebben om je als lezer helemaal mee te nemen, mee te sleuren en te verleiden. Ook als die fictieve wereld totaal anders is dan die van jou. Dat je de werkelijkheid echt even door de ogen van het personage van je verhaal kan bekijken en kan invoelen. Ook als de fictieve wereld herkenbaar is, leer je door de literaire reis die je maakt allerlei nieuwe dingen. Literatuur kan daarnaast verwarren en ontstemmen. Het kan bovendien verandering in de samenleving aanjagen.

Literatuur gaat uiteindelijk over ons, onze wereld, in al haar diversiteit met al haar schoonheid en lelijkheid. Eén boek kan ons dat nooit laten zien, boeken die op elkaar lijken ook niet. We hebben toegang nodig tot veel boeken, literatuur die geschreven door de meest uiteenlopende verhalenvertellers.

Iedereen is gebaat bij een zo divers mogelijke literatuur. Juist de meest verrassende en vernieuwende literatuur wordt gemaakt door namen die nog niet gevestigd en doorgebroken zijn. Een mooi en vloeiend literair landschap focust niet alleen op gevestigde stemmen, maar ook op die in de marge. Daarmee blijft altijd oog voor de nieuwe verhalen over de wereld, die altijd in beweging is.’

Hoe zie jij de toekomst van niet-witte literatuur? Denk je dat die straks dezelfde plek inneemt als de witte literatuur? 

‘Uiteindelijk hoop ik dat alle ‘ware literatuur’ op waarde wordt geschat en de waardering en erkenning krijgt die zij verdient. Dat het werk van deze auteurs wordt bewaard, gekoesterd en doorgegeven. Dat het niet meer nodig is om aparte categorieën als niet-witte en witte literatuur te maken, omdat de machtsverschillen er niet meer voor zorgen dat het werd van auteurs van kleur onzichtbaar blijft.’

Een mooi ideaal, maar misschien nog wel ver weg?

‘Ik denk dat het vooral belangrijk is dat we beseffen dat literatuur iets van ons allemaal is. In het manifest Optimistische woede, dat is geschreven door schrijfcollectief Fixdit waar ik onderdeel van ben, vraag ik mij af hoezeer onzichtbaarheid in de wereld van de literatuur doorwerkt. Ik schrijf:

‘Als je jezelf er nauwelijks in terugziet, zie je de literatuur daardoor dan onbewust als iets waar je nooit echt onderdeel van kunt zijn? Wat doet dat met je als lezer, als (potentiële) schrijver, maar ook als mens in deze samenleving? Schrijvers zijn van invloed. Wie de werkelijkheid beschrijft en een podium heeft, bepaalt mede die werkelijkheid. Maar wat als je nooit echt gelooft dat jouw stem genoeg waarde heeft om gehoord te worden?’’

(C) Shantie Schrijft