Volkskrant - Alles wat we doen, begint met een verhaal
Interview met bestuurskundige en schrijver Shantie Singh
Als achtjarige maakt ze mee hoe een vriendinnetje op de basisschool in Almelo voortdurend wordt gepest. Het meisje wordt bespot, omdat ze kleren draagt van de winkel waar haar vader werkt, Zeeman. Tot wanhoop gedreven blijft ze thuis, waarna de juf met de klas in gesprek gaat. Shantie Singh, tot dan toe vooral een verlegen meisje, staat op en neemt het woord: ‘Iedereen was stomverbaasd. Ik hield een lang verhaal en gaf een stem aan het verdriet van mijn vriendinnetje. Toen merkte ik voor het eerst dat mensen naar me luisterden.’
Haar ouders emigreren eind jaren zeventig van Suriname naar Nederland - vader vindt werk bij beschuitfabrikant Bolletje, moeder zit met haar beide dochters thuis. ‘Ze moest het alleen uitzoeken, er was niemand die haar zag of hoorde.
Tekenend vind ik de anekdote over haar bezoek aan het arbeidsbureau. Iedereen werd daar opgeroepen, maar zij werd genegeerd. Terwijl het voor iedereen duidelijk was dat zij allang aan de beurt was. Heel gênant, maar mijn moeder heeft niets gezegd en is stilletjes weggegaan. Ik raak er geëmotioneerd van als ik bedenk wat voor worsteling het leven voor haar in die jaren is geweest.’
Shantie en haar jongere zusje zijn uit ander hout gesneden: ‘Mijn zusje en vooral ik stelden voortdurend vragen, terwijl mijn ouders voortkomen uit een cultuur waarin je juist alles moest aannemen zoals het is. Mijn vragen werden ook opgeroepen door mijn ervaringen op school. ‘Waar kom je vandaan?’, kreeg ik vaak als vraag. Ik vertelde dan dat ik in Nederland was geboren, maar dat mijn ouders uit Suriname kwamen en mijn voorouders uit India. Maar ik wist nauwelijks meer dan dat.’
Haar nieuwsgierigheid naar dat verleden leidt tot jarenlang onderzoek – ze speurt in archieven en interviewt familieleden. In 2014 verschijnt haar roman Vervoering, een epos over het lot van een Hindoestaanse familie dat de lezer over drie continenten voert. Ze heeft dan al een universitaire studie afgerond, bestuurskunde in Rotterdam. ‘Het boek schreef ik in eerste instantie voor mezelf, maar ook met het oog op volgende generaties. Ik had het zelf als puber graag gelezen, toen ik met al die vragen over mijn herkomst worstelde. Of later tijdens mijn studie en op mijn werk, wanneer ik me anders voelde. Dit boek helpt veel in perspectief te plaatsen.’
Binnenkort verschijnt haar tweede roman, geïnspireerd op haar werk voor de gemeente Rotterdam. De 37-jarige Singh ondersteunt vrouwen die met ‘schadelijke traditionele praktijken en huiselijk geweld’ te maken krijgen. Hun verhalen moeten worden verteld, vindt ze. Ze is gefascineerd door hun veerkracht: ‘Een van die vrouwen sprong van het balkon om aan haar huwelijk te ontsnappen. Ze had acht jaar opgesloten gezeten. Ze overleefde het en zei tegen me: ‘Ik ben slachtoffer in mijn leven geworden, maar ik weiger het te zijn’. Dat vond ik zo krachtig. Ik ben allergisch voor fatalistisch denken, voor mensen die verzuchten: ‘Het is het lot’ en vervolgens bij de pakken neerzitten. Deze vrouw nam haar lot weer in eigen hand.’
Wat is voor u een zinvol leven?
‘Voor mij draait het in het leven om vrijheid. Dat zie ik als een voorwaarde voor een zinvol leven. Dat we over deze vraag kunnen nadenken en ons leven er dan op kunnen inrichten, kan alleen als je je vrij voelt. Helaas is die vrijheid nog altijd geen gegeven, zeker niet voor vrouwen. Ik zie het als mijn missie daaraan bij te dragen, dat is misschien wel mijn belangrijkste drijfveer. Ik realiseer me heel sterk hoe belangrijk vrijheid is om zinvol te kunnen leven.’
‘Mijn vader heeft daaraan zeker bijgedragen. Hij heeft me altijd voorgehouden dat ik van alles kan worden in mijn leven: politica, schrijfster, ondernemer, niets was te gek. Nooit sprak hij over de noodzaak van een huwelijk - het ging altijd om zelfontplooiing, op je eigen benen staan. Voor mij was dat normaal, tot ik meer van de wereld leerde kennen. Toen ervoer ik hoe bijzonder zijn houding was. In mijn familie en omgeving ken ik genoeg voorbeelden van vrouwen die niet zelf hun (huwelijks-)partner kunnen kiezen.’
Heeft uw gevoel voor vrijheid zich verdiept door uw onderzoek naar uw familiegeschiedenis?
‘Zeker. Dat wij nu toekomen aan een gesprek over de vraag wat een zinvol leven is, ervaar ik als een voorrecht ten opzichte van mijn voorouders die zich met overleven bezig moesten houden. Zij kwamen uit India om op plantages in Suriname te werken, verkapte slavernij. Ze hebben zich voortdurend moeten aanpassen, eerst aan de Engelsen in India, later aan de Nederlanders in Suriname. Mijn ouders hebben zich in Almelo ook weer moeten aanpassen. Het Hindoestaanse overlevingsmechanisme is jezelf wegcijferen. Dat staat een trotse houding op je cultuur in de weg. Ik vind dat onterecht en kan er nog altijd boos over worden. Want het is zo’n bijzonder verhaal, maar het is nauwelijks bekend. Het zit ook niet in ons geschiedenisonderwijs, terwijl het een verhaal van vele Nederlanders is.
‘Ieder mens heeft het nodig te weten waar hij of zij vandaan komt. Dat helpt om jezelf te kunnen plaatsen en te bedenken waar je heen wilt. In mijn ogen is dat verhaal de essentie van ons als mens, we worden erdoor voortgedreven. Alles wat we doen, begint met een verhaal. Als je weet wat dat is én dat wordt gehoord, voel je je als mens erkend. Het is in alles essentieel. Het helpt de chaos van het bestaan te bedwingen. Dat lukt niet altijd, maar het helpt wel om ermee om te gaan, het biedt de kans zin in de chaos te vinden. Het is ook essentieel voor onze onderlinge verhoudingen, want die krijgen pas diepte als je dat verhaal van de ander kent. Als het niet wordt gehoord, besta je in zekere zin niet. Daarom vind ik dat wegcijferen, die onzichtbaarheid, ook zo erg. Het is zo zonde dat het nog altijd gebeurt, terwijl we allang voluit zouden kunnen leven.’
Voelt u door uw familiegeschiedenis niet ook druk: dat u de kansen moet benutten die uw voorouders niet kregen?
‘In mijn hoofd heeft inderdaad altijd sterk gezeten: ik heb alle kansen, ik kan voluit leven, dus ik moet het helemaal waarmaken. Toen ik klein was, voelde ik de druk van mijn vader. Hij is slim en had graag willen studeren, maar het is er niet van gekomen. Dus is zijn droom op zijn kinderen overgegaan. ‘Mijn dochters gaan naar de universiteit’, voorspelde hij. In onze cultuur wordt aan intellectuele ontwikkeling veel waarde toegekend. Dat komt door het altijd moeten overleven – je wilt vooral niet dat je kinderen in hun leven moeten worstelen.
Ik vind het moeilijk te onderscheiden wat druk van mijn vader is geweest en wat ik mezelf heb opgelegd. Toen ik mijn roman presenteerde, vroeg ik hem: ben je nu trots? Daarop antwoordde hij tot mijn grote verbazing: ‘Dat was ik allang!’. In mijn hoofd ben ik lang bezig geweest met het goed willen doen voor hem, terwijl hij het allang prachtig vond wat ik deed. Hij heeft in ieder geval een grote ontwikkeling doorgemaakt. Nu zegt hij vooral: doe wat je gelukkig maakt en geniet.’
Lukt dat?
‘Dat probeer ik wel. Als ik mezelf vastzet met allerlei doelen geniet ik niet meer. Momenteel leef ik met het besef dat je je leven niet onder controle hebt. Voor ons is duidelijk geworden dat kinderen krijgen niet vanzelfsprekend is. De oorzaak is onduidelijk, wat erg frustrerend is. Het heeft me bewust gemaakt hoezeer ik altijd met de volgende generatie bezig ben geweest. Door mijn boek ben ik het leven gaan zien als gevormd door schakels, waarbij iedere generatie naar een beter bestaan voor de volgende streeft. Onbewust ben ik dat als de zin van mijn leven gaan zien. Maar nu we niet meer zeker weten of het er ooit van komt, verandert dat en zie ik vooral dat je het leven niet kunt beheersen. Eigenlijk kun je alleen in het moment leven en omarmen wat het leven heeft te bieden.
Naarmate ik meer over dit onderwerp durf te praten, wordt me duidelijker hoeveel mensen ermee worstelen. Maar het blijft lastig, want het voelt ook als falen. Je kunt er alleen over spreken wanneer je jezelf volledig accepteert, maar dat lukt niet zomaar. Alle beelden in onze samenleving over een geslaagd leven zitten in de weg. Tegelijk merk ik dat mensen het kunnen waarderen, wanneer je erover durft te beginnen. Omdat het zo menselijk is en het je in staat stelt meer tot elkaar te komen. Dat maakt het leven de moeite waard. Juist kwetsbaarheid stelt ons in staat te groeien.
Inmiddels ben ik wel tot de overtuiging gekomen dat mijn leven ook een andere wending kan nemen. Dat zeg ik nu zo, maar het is wel een proces van pijn en verdriet. Een half jaar geleden had ik een mooi gesprek met een vrouw die tegen me zei: je kan op veel manieren moeder zijn en werken aan wat je aan een volgende generatie wilt doorgeven. Dat raakte me. Ik vond het mooi dat ze me zo zag. Dat was troostend en gaf me ruimte. Daardoor kon ik gaan zien wat ik allemaal nog meer zou kunnen doen.’
Wat leert het gebrek aan controle u over het leven?
‘Voor mij is de les dat het meer om de weg dan om het resultaat gaat - denk niet dat je pas gelukkig zult zijn wanneer je je doel hebt bereikt. Geniet van de weg erheen, dan kun je ook openstaan voor het onverwachte en jezelf toestaan ergens anders uit te komen dan je had bedacht. Het hoeft allemaal niet zo dichtgetimmerd te zijn. Als ik meteen jonger moeder was geworden, zoals ik had bedacht, had ik misschien nooit geweten hoe diep de liefde van mijn man gaat, hoezeer mijn schoonouders me als hun dochter zien en hoe sterk ikzelf ben. Je kunt het vergelijken met het schrijven van een boek: je hebt een structuur en een beeld van het einde, maar tijdens het schrijven gebeurt er iets, dat je van tevoren nooit had kunnen bedenken. Dat bepaalt hoe het uiteindelijk is geworden. In dat opzicht is schrijven eigenlijk net zo wonderlijk als het leven.’
BOEKTIP Het leven van Pi - Yann Martel
Dit boek spreekt me aan, omdat de hoofdpersoon voorstander ervan is buiten de vaste kaders van godsdiensten te treden – Pi, een zestienjarige Indiase jongen, is zowel hindoe als moslim als christen. Zelf kom ik uit een gezin dat open omging met religie, we zijn liberaal hindoeïstisch, en daarnaast zat ik op een christelijke basisschool. Een vrije omgang met religies heeft me altijd gefascineerd.